'Het gemak waarmee we denken/ betaalt zich uit in ons verlossende gedachten./ We hadden het plan om 's avonds thuis te komen/ maar eenmaal op de bank voor de tv/ blijkt de thuiskomst te ver weg'
Aldus de woorden waarmee Jan Baeke zijn nieuwe bundel 'Houvastvergankelijkheidsleer' besluit. De titel zegt het al. Een schijnbare tegenstelling die daardoor eens te meer de waarheid spreekt. Neem 'Wat de dag betreft':
'De plaats van alle toekomstige delicten, de hotelkamer/ de caravan, overal waar ik de afgelopen nachten heb/ doorgebracht, de lange vlucht het woord uit en Eva/ met al haar ringen, alle tekens op haar bovenbeen.
Een rechterbovenbeen en Eva die zichzelf een uur/ in het zwembad cadeau heeft gedaan./ Ik betaal de rekening op rekening van anderen.
'Waarom zeg je niks over de minibar of het casino?'/ Het donker neemt de vrijgekomen plekken in./ Eva is terug in de tekst die ze had durven verlaten./ 'Op een zeker punt kan je gewoon stoppen.'
We schrijven als de wegen ons scheiden/ Lieve Eva, ik blijf overal hangen en wat de dag betreft/ het wordt een latertje. De dienstregeling staat in de oven./ De kleine zit thuis aan het evangelie. Kusjes, Friedrich.'
Zo houdt de dichter, Jan Baeke, orde. Moeilijk genoeg.