Dwalen met Van Oudshoorn

 Het leesplezier van dagboeken, echte, die niet bestemd waren uitgegeven te worden, ligt erin dat bijzaken zomaar hoofdzaken kunnen worden en vice versa. Omdat de schrijver, in dit geval J. van Oud­shoorn ook maar uit een vreemde aandrang noteert wat hem opviel. Een manier van bestaan.

 In het uit vijf schriften afkomstige dagboek 1934-1943 dat de Statenhofpers uitbracht is de chronologie onduidelijk. Hij zal er later weer dingen tussen geschreven hebben. Maar dit moet uit 1939 stammen, de oorlog nadert. Steeds staat er een titeltje boven de aantekeningen als:

 Dit leven

  treft dus doodelijk. Dat is ook de algemene opvatting. Zoo is het een doodelijk wapen. En gaat gevaar eerder van het leven uit dan van den dood. En het heet: zich tegen het leven beveiligen = Het niet al te serieus en liever als een begin pas van een begin op te nemen = Zoveel mogelijk aan den ingang ervan te blijven vertoeven om er, als aan de zoom van een woud, de algemeenheid van te savoureren. =

 Luchtbeschermings-

  voorschriften. Wanneer er een bom in bed valt, moet die verwijderd worden. Liefst naar een buurman In geen geval er rustig mee verder slapen =

 Veel dromen ook. Zoals deze:

  Droom.

 als geheel. In droom valt een juffrouw voor een rijdende tram. Bij de omgeving niet de minste consternatie. De menschen weten dat het om een droom gaat; zij zelf slechts droompersonnages zijn = De droomsubstantie een besloten sfeer. Eenheid =