In mijn dromen moet ik veel problemen oplossen in steden die lijken op bekende steden. Vaak zoek ik mijn auto, probeer hem te parkeren of ergens weg te krijgen waar hij vaststaat. Dat lukt niet. Word ik daarom vaak beroerd wakker?
Wat ik onthou van een droom begint meteen te veranderen bij het ontwaken. Het zoekt een vorm denk ik. En wanneer ik dan probeer iets op te schrijven wordt het weer wat anders. Wat? Een verhaal, wat anders? Erger wordt het als je probeert de droomachtigheid in dat verhaal - het is nu een verhaal geworden - probeert te verwerken. Dat wordt onecht. Geen droom meer, geen verhaal. Vlees noch vis. Dat is wat aan de vele stukjes in de nieuwe bundel van Lydia Davis - 'Can't and won't' waar 'dream' onder staat mankeert. Zoals dit, ''s Nachts wakker liggen':
'Ik kan niet slapen, in deze hotelkamer in deze vreemde stad. Het is erg laat, twee uur in de morgen, dan drie, dan vier. Ik lig in het donker. Wat is het probleem? Oh, misschien mis ik hem, degeen naast wie ik slaap. Dan hoor ik hoe ergens dichtbij een deur gesloten wordt. Een andere gast is thuisgekomen, erg laat. Nu heb ik het antwoord. Ik zal naar zijn kamer gaan en bij hem in bed kruipen, en dan zal ik kunnen slapen.'
Er staat onder 'droom'. Beter zou zijn 'geen droom'.
Ps. Lydia Davis – die zelf veel in het kort werkt - vertaalt nu A.L.Snijders in het Engels.