Dingenboek

 Eind dit jaar verschijnt een boek: Hoe de dingen ons bewegen. Vertrouwde voor­werpen in een ander daglicht gezet door onder meer Anneke Brassinga, Dick Tuinder, K.Michel, Marjolijn van Heemstra, Piet Meeuse en vele anderen, ook kunstenaars en wetenschappers. Plaatjes en gesprekken. Dingen die ons bewegen? Ja een manke tafelpoot verandert het gesprek.

 Caroline Ruijgrok (1984) en Bernke Klein Zandvoort (1987) organiseren wat deze zomer begon met de tentoonstelling Something Thrown in the Way of the Observer, in Museum Van Loon en eindigt met het boek waarvoor nu de fundraising en intekening is begonnen. Ik doe mee. Mijn ding bleek het huis. Vast een stukje: 

 ‘Huizen hebben mij veel angst aangejaagd, ik kan ze niet de baas. Dit gaat over een bezetenheid. Over angst ondergebracht in materie. Hoe woon je in angst? Ik moest geld lenen om onderdak te komen. Van een bank, van ouders. Ik bezocht de notaris en tekende voor een huis uit 1890. Om mij heen werd gesloopt. Naast mij verdween een rij van vijf. De laatste Mohikaan was de Indische buurman met het gebatikte doekje om z'n voorhoofd, die op zijn overgebleven onderverdieping ‑ boven hem was niets meer ‑ bami en nasi bleef ser­veren tot het dichttimmeren. Achter me brandde een rij uit waar Marokkanen woonden. Ik zag gillende hoofddoekvrouwen op balkons. Er verrees nieuwbouw naast en achter me. De sociaaldemocraten hadden heel deze buurt weggewenst. Revolutiebouw was het, door geweten­loze ondernemers volges­tampt met halve woningen in timmermansrenaissance. Met gruwel­ijke or­namentiek in glas‑in‑lood, giet­ijzer en kolenk­alk. Slecht gefundeerd. Ik kocht een huis voor de sloop.’

(...)

 Het boek komt. Schrijf in, maak over en lees verder in december.