Rudy Kousbroek was de eerste die - in het essay 'Verloren' (2010) uit zijn Anathema's 9 het scherpe onderscheid maakte tussen de Oude en de Nieuwe Tijd. Tussen het Nederland dat eeuwen onveranderd bleef tot 1950 en dat van daarna. De wereld op z'n kop. Weg waren de standsverschillen, de armoede, de religie en de ongelijkheid tussen man en vrouw.
In Kousbroeks woorden: 'de knecht regeert de heer, de vrouw beveelt de man, de kinderen gehoorzamen niet langer de ouders'. Rudy's tweedeling is ook de leidraad voor de makers van de tentoonstelling in de Rotterdamse Kunsthal over 'Tweehonderd jaar Koninkrijk', aan de hand van de platen uit het archief van Atlas van Stolk.
Foto's en prenten vertellen van verloren tijden. Wat legden ze vast? Gezichtsuitdrukkingen van koninginnen en ministers. Aanprijzingen van wat eens nieuw was en modern. Zorgen van toen. Eens vertrouwde affiches, platen, plaatjes van aanplakzuilen, uit de krant. Propaganda.
'Caballero, anders dan anderen' was de reclame voor de gewoonste sigaret, met z'n houtnerf dessin. Bij mijn sigarenman kwam dagelijks een vrouw die vroeg om 'een pakje sigaretten en de krant'. Zwijgend reikte hij haar een pakje Caballero zonder filter en de Telegraaf aan. Verloren gegane vanzelfsprekendheid. Wat in Rotterdam overheerst is het Verloren Gewoon.
Henk Hofland zei eens tegen schrijvers: 'Schrijf het gewone op, niet het uitzonderlijke. Dat moet genoteerd worden anders is het weg.' Ik weet dat. Zocht je in de radio‑archieven het nieuws en weerbericht van een doorsneedag in 1947 dan vond je die niet. Wel alle nieuwjaarstoespraken van koninginnen. Foto's van trams van vroeger zie je alleen als ze ontspoord waren.
En dat boek over de tweedeling in onze Vaderlandse Geschiedenis zal nog wel even ongeschreven blijven, maar het komt er.