Er waren maar twee types brilmonturen voor een jongen van dertien, de 'dienstfiets', die je in militaire dienst kreeg aangemeten, een onderwerp van grapjes. Ook bij sport werden ze gedragen zodat 0-0 de 'brilstand' heette. En het civiele model.
De literatuur zwijgt over brillen, terwijl ze het uiterlijk en daarmee het leven van mensen en van hele perioden toch hebben bepaald. Zie je een foto van J.C. Bloem dan zie je toch eerst dat zware hoornen montuur. In de politiek waren het de monturen van Paul-Henri Spaak en Jelle Zijlstra die de affiches tekenden. Gezichten verdwenen achter monturen in de zware brillentijd. Sinds de televisie is er een brillenschaamte, die maakt dat geinterviewden vaak gedurig hun bril op en af zetten.
We leven al geruime tijd in het tijdperk van de Rutte-bril, het brievenbusmodel noem ik het maar.
Het alternatief is Gijp. Kaalscheren en terug naar hoorn, waarmee een bril weer een gezicht is geworden.
Zelf ben ik zolang ik weet brildragend. Het begon met het schooljongensmodel van celluloid, van onder wat donkerder van kleur. Mijn jongensgezicht was veranderd in een mislukte volwassene. Ik was bril geworden. Op groepsfoto's zo te herkennen.
Bij het voetballen lag hij regelmatig in twee stukken in het gras, vaak met een gebroken glas. De brillensmid kon zo'n breuk op de neusbrug lassen, met een verhittings apparaat. Gebroken glazen hebben sneden in m'n voorhoofd achtergelaten, waarvan de littekens nog te zien zijn.
Getekend voor het leven.