Binnen en buiten

 Gisteren zat ik buiten en voelde. De zon had al kracht. En dacht aan de renaissance wandtapijten in het Haags gemeentemuseum. Waar binnen buiten is en buiten binnen. Het spel der seizoenen. De mooiste zag ik ooit in Gent.

 's Winters als het binnenshuis nog koud was en men hokte rond het haardvuur, waren de stenen muren behangen met tapijten, waarop, jawel, zomerse landschappen, gazons met nimfen en half naakte godinnen. Zodat de zomer 's winters toch om de vorsten heen kon zijn.

Als je de haard maar stookte. Karel de Stoute nam zijn tapijten mee naar het slagveld en liet ze uitrollen in zijn tent.

Tapijten, zoals ontworpen in het atelier van Rubens waren vol betekenis. Zijn olieverfschetsen waren voorbeelden voor de wevers.

Het bisschopslijf begaf zich in de buitenlucht en werd daar warm gehouden in een stoffelijke omhelzing van Bijbelse figuren. Vol verwijzingen. Maria Magdalena op het lijf dragen! Maar de tijd dat tapisserie, warm, aanraakbaar, voelbaar, het eindproduct was ging voorbij. Stoffen blijven lang bewaard. Ik zag wat overbleef op kazuifels in het Catharijne Convent in Utrecht.