Aristide Maillol (2)

 Elk jaar bracht hij de winter door in z'n geboortedorp. Net als Rodin was Maillol een vrouwengek, hij zag ze flaneren door de straatjes van Banyuls, pootjebaaien in zee.

 Vandaar zijn vele baadsters, een weerkerend beeld is het dijbeen halverwege in het water. Een vriend met diens vrouw kreeg bij een eetafspraak het advies: 'Na het eten de liefde bedrijven in het struikgewas.' Maar in zijn werk wilde hij meer dan 'schoonheid door begeerte op­geroepen'. Maillol wilde zich niet 'laten meeslepen', zoals Rodin.

 Bij hem moet het vrouwenlichaam alles uitdrukken. Innerlijk spreekt voor hem uit het uiterlijk: 'Ik gebruik de vorm om gestalte te geven aan iets wat geen vorm heeft, wat niet tastbaar is, niet aangeraakt kan worden.' Zijn beelden heten wel 'De berg', 'De lucht' of 'De rivier' maar die titels bedacht hij niet zelf. Het zit er allemaal in, trots, melancholie, mijmering.  In 1908 ging hij naar Griekenland om zijn bronnen te zien: 'Ik maakte de reis om de Kariatiden, de meisjes.' Het ontging hem trouwens niet dat mannen en kinderen daar naakt zwommen als in de Oudheid en vrouwen gekleed.

 Hij leefde in de tijd van de grote vormexperimenten maar deed er niet aan mee. Ging tegen tijdgeest in, meed extraverte expressie, de koortsige zoektocht naar het nieuwe: 'Ik introduceer de stilte in de beeldhouwkunst.'

 Morgen na 22.00 meer in de Avonden.

Tags: