Giorgio Morandi

 Op de Piazza Maiore in Bologna trad een symfonieorkest op uit Wenen. Je kunt daar ver kijken, Ziet uit op de portici di San Luca, die de arcadenstad bergop verbinden met het heiligdom op de Apennijnen­rug.

 Van de andere kant komt het weer. Zo ook de avond dat een Weens orkest op het historische plein walsen van Johann Strauss kwam uitvoeren. Tot in de puntjes gekleed, in de avondzon.

 Maar ongeruste blikken keken naar het noordoosten, waar wolken randjes kregen. En wat er toen gebeurde was onvergetelijk. Bliksem, Een paar plotselinge donderslagen, gierende windvlagen die doeken boven het orkest vervaarlijk deden klapperen. Inktzwarte lucht. En regen. Op z'n Italiaans.

 Het orkest stopte midden in een wals en probeerde weg te komen. Het waren vooral de dames violisten met operagloves die opvielen omdat de wind ze onder de lange fluw­elen rokken vatte. Vluchtende vrouwen met viool. Dat schilderij bestaat niet. Binnen minuten was het plein verlaten en bleven alleen puinruimers over.

 De volgende ochtend was het stralend weer en zag ik de schilderijen van de Bolognees Morandi. En drong tot me door dat heel zijn werk bedoeld was om de wereld en hem zelf tot rust te brengen. Indachtig de woorden 'zolang er niets verandert ben je onster­felijk'. Giorgio Morandi (1890-1963) werd geboren en stierf in Bologna. Verliet zijn stad en zijn atelier nauwelijks, woonde bij zijn drie zusters. Een meter negentig lang was hij en verlegen. De vaasjes, flesjes en kannen die hij schikte en herschikte kocht hij op de rommelmarkt.

 Wereldreiziger Jan Brokken schreef een uitgewogen deeltje - nieuw, nummer 145 - in de Zeeuwse slibr­eeks over hem en zijn stad.     

Natura morta

 In het Brusselse Bozar, het paleis voor Schone Kunsten zijn de stillevens van de schilder Giorgio Morandi (1890-1964) te zien. Opnieuw, altijd weer. Natura morta, heten de meeste. Doeltreffende benaming. Alsof zijn potjes eens geleefd hebben, stiekem nog leven.

 Stil leven deed de schilder zelf ook. Ongetrouwd, samenwonend met z'n drie zusters. Eén buitenlandse reis maakte hij, naar Zwitserland. Eén huis, en een zomerhuisje vlak in de buurt van Bologna. Het lijkt een eenmansavontuur dat goed afliep.

 Alles is er, zei Morandi. Het enige wat je aan de werkelijkheid kunt toevoegen is je eigen blik. Hij wil je niet 'leren kijken', een spiegel voorhouden of een commentaar leveren op zijn tijd. Wat wel? Dat er meer is dan de zogeheten werkelijkheid, de 'cosidetta realità', maar wat?

 Eens gaven schilders vorm aan een omvattend verhaal van schepping, leven en dood. Morandi schikt z’n potjes, kannen en vaasjes en wacht op gunstig licht. Ik zie ze daar staan, in steeds wisselende groepe­ring op z'n privé podium. Vaasjes als ouders, potjes als zusters. Flesjes als heiligen, een kommetje als heilige maagd.

 Wat me blijft verbazen is hoe zo'n strikt individuele voorstellingswereld de generaties overleeft. Honderd jaar jaar potjes en zusters. Een onaantastbaar monument van concentratie en contemplatie. Onschadelijk ook. Morandi wil niemand bekeren tot potjes en flesjes

Tags: