Milena Jesenska
Grete Bloch

Excavating Kafka (1)

 Tussenbeide neus ik in het brutale en amusante boekje 'Excavating Kafka' van James Hawes. Hawes leert me hoe goedgelovig bevooroordeeld ik tegen het van Kafka overgeleverde beeld heb aangekeken. Hij leert me belangrijke bronnen als levenslange vriend - en bezorger van het nagelaten werk - Max Brod en geliefde Milena Jesenska met gepast wantrouwen te bekijken. En vooral om Kafka zelf nooit te vertrouwen.

 Zijn verloofde Felice Bauer ontdekte dat hij achter haar rug afspraakjes maakte met haar vriendin Grete Bloch. Ze zouden elkaar ontmoeten in Gmünd, halverwege Praag en Wenen (1913).Hij stuurt haar een dienstregeling van de treinen. Maar Grete verklapt het haar vriendin.

 Wat hij over zijn seksuele ervaring vertelt in de Milena- brieven is, zegt Hawes, moeilijk te rijmen met wat daarover in de 'Brief aan de vader' staat. En, heel sterk, als hij in 1920 met Milena afspreekt is dat weer in Gmünd. Hij stuurt haar zelfs de zelfde dienstregeling als Grete zeven jaar eerder. Hawes komt met een heel plausibele uitleg. Er waren meerdere Franz Kafka's.

 De pijnlijk wereldvreemde Kafka uit de Milena-brieven bestond naast de ter zake kundige functionaris van de Arbeiders Ongevallen Verzekering. Niet vreemd voor een schrijver.En, wordt Georg uit het verhaal 'Das Urteil' niet met zoveel woorden beschreven als een duivelse persoon? Of in Kafka's eigen woorden 'duivels in alle onschuld'?Wat zeggen de deskundigen?

Tags: 
Karl Rossmann met Robinson en Delamarche?
Gustave Flauberrt (1821-1880)

Droom

In de omgeving van Rouen, na een bezoek aan Ry, waar Madame Bovary zich afspeelt, had ik een droom.'s Ochtends meteen wat genoteerd, in het kort. Er staat boven: 'droom = dood'. Gevolgd door de naam Delamare.

Dan komt 'Robinson'. En - schijnbaar ongerijmd - een plotselinge ergernis over de manier waarop Nederlandse namen in buitenlandse films worden verhaspeld. Iemand heet bv. Mr. Van de Wit. Ik vind dat onverdraaglijk. Nu komen in mijn droom de twee eerste namen terecht. Ze stammen uit Kafka's Amerika. Weet ik. En ik stel vast (waarom?) dat Kafka in dat boek het land van de dood beschrijft. Best mogelijk dat het Franse platteland waar ik die dag doorheen reed, met z'n kerkhoven en z'n ontelbare stil geleefde levens hier meespeelt - de vergetelheid. Eenmaal thuis vind ik dat de vrouw die model stond voor Emma Bovary Delphine Delamare heette. En een figuur in Kafka's Amerika Delamarche. Achteraf gaat Amerika misschien ook wel over het Dodenrijk. Dan is de stoker een Charon die Karl Rossmann over vaart. Dit alles met een buiginkje naar de stichter van de 'toevalsclub'.ps. Toch heb ik in Ry de naam Delamare niet - althans niet bewust - onder ogen gehad.ps2. Er waren dus - tot nu toe - drie stadia van interpretatie: eerst al tijdens de droom zelf, dan bij het wakkerworden en noteren en tenslotte nu, bij het uitwerken.

Oskar Baum door Peter Bes
Peter Bes

Oskar Baum en Peter Bes

Oskar Baum (Pilsen 1883-Praag 1941) was een Duitstalige, joodse schrijver en dichter. Vanaf zijn geboorte zag hij slecht. Na z’n elfde werd hij blind. Hij raakte kort na 1900 bevriend met Franz Kafka met wie hij vele brieven wisselde.

Hun eerste ontmoeting wordt als volgt beschreven: Kafka boog voor de blinde dichter, die dat toch opmerkte doordat Kafka's haar tijdens het buigen even langs zijn voorhoofd streek.Baum zei later over zijn vriend: 'Het opmerkelijke aan hem was dat er niets opmerkelijks aan hem was.' Afgelopen zondag trof ik nabij Anna Paulowna in het atelier van de schilder - en Kafka-lezer - Peter Bes een hele stapel portretten van Oskar Baum.Die me vertelde hoe hij getroffen was door de bijzondere blik van de dichter, hem afbeeldde. En toen pas merkte dat hij een blinde getekend had.

Tags: 
Anhalter Bahnhof in 2007
briefpapier
Anhalter Bahnhof in 1909

Askanischer Hof

Een straatnaambordje op een vrijwel leeg plein. Iets verderop een brok van wat eens het Anhalter Bahnhof was. Het station vanwaar de Berlijners voor de oorlog naar het Zuiden reisden, naar Milaan, maar ook naar Wenen of Praag.Hier kwam Franz Kafka aan als hij zijn Berlijnse verloofde Felice Bauer bezocht. Felice, de vrouw met wie hij van zichzelf moest trouwen om daarna als een volwaardig burger door het leven te gaan. Maar ja, het schrijven.

Om de hoek was het hotel Askanischer Hof waar hij in 1914 door haar familie ter verantwoording werd geroepen. Kwam er nog wat van een huwelijk? De verloving brak. Er kwam een tweede. Pas toen in 1917 tuberculose werd geconstateerd staakte hij zijn 'huwelijkspogingen' met Felice. ''Gehirn und Lunge hätten sich ohne mijn Wissen verständigt,' veronderstelt hij in en brief aan zijn vriend Max Brod. Zijn verstand en zijn longen waren achter hem om tot een conclusie gekomen.Anhalter Bahnhof, Askanischer Hof, electrisch geladen woorden uit mijn jaren van Kafkalezen. Hier was het dus. Hier liep hij het station uit naar het hotel daarginds, naar wat hij als een rechtzitting ervoer. Hier begint de roman Het Proces. Kafka's Berlijn was de gedroomde Grote Stad. Eens zou hij erheen ontsnappen, weg uit Praag, dat 'moedertje met klauwen'. Het gebeurde, kort voor zijn dood (september 1923) verhuisde hij naar de voorstad Steglitz, ziek, maar gelukkig met Dora Diamant. Hij vergeleek zijn ontsnapping ironisch met Napoleons Russische veldtocht.

Tags: 
Niels Bokhove
wandelaar zonder broek op het dak (1908)
De danseres Eduardowa (...) in de tram begeleid door twee violisten (1909)

Kafka tekent (1)

Vandaag werd in het Goethe Instituut in A'dam het boek 'Einmal ein grosser Zeichner, Franz Kafka als bildender Künstler' gedoopt. Een Duitstalig werk van Niels Bokhove en Marijke van Dorst, dat uitkomt bij Vitalis in Praag, en binnenkort ook in het Engels verschijnt. Eens hoopte Kafka beeldend kunstenaar te kunnen worden. Vandaar ook deze bundel met alle door Kafka gemaakte tekeningen, met daarbij teksten die er betrekking op hebben. Bokhove hield een mooi betoog over de de rol van beeldende kunst in het werk van Kafka. Daarover maandag in de Avonden meer. Ik dacht aan een passage in 'Gesprekken met Kafka' van Gustav Janouch (1903-1968). De - ook door Bokhove - omstreden aantekeningen van een veel jongere vriend en bewonderaar, gemaakt rond 1921. Janouch was de zoon van een collega van Franz Kafka bij de Arbeiter Unfall Versicherung. Daaruit deze passage over Kafka's tekenen:

'Een verregende, natte oktoberdag. In de gangen van het verzekeringsgebouw brandde het licht. Kafka's kantoor leek een schemerig hol. Hij zat diep voorovergebogen aan zijn schrijftafel. Voor hem lag een open geslagen octavovel grijsachtig wit papier. Hij had een lang, geel potlood in zijn hand. Toen ik naar hem toe ging legde hij het potlood op het papier dat met nonchalant gekrabbelde tekeningen van bizarre figuurtjes was bedekt.'Tekent u?'Kafka lachte verontschuldigend. 'Nee! Dat is maar geknoei.''Mag ik het zien? Ik stel -zoals u weet- veel belang in tekeningen.' 'Maar dit zijn toch geen tekeningen die ik aan iemand kan laten zien. Het zijn absoluut persoonlijke en daardoor niet te ontcijferen hiërogliefen.'Hij nam het blad papier en frommelde het met beide handen tot een prop in elkaar, die hij in de papiermand naast het bureau gooide.'Mijn figuurtjes hebben geen goede, ruimtelijke proporties. Ze hebben geen eigen horizon. Het perspectief van de figuren, wier omtrek ik tracht vast te leggen, ligt vóór het papier, aan de andere, botte, kant van het potlood - in mijzelf.'

Tags: 
Anneke Brassinga en Louis Lehmann
de Karlsbrücke
Anneke Brassinga in het donker op 3 november 2006 om zes uur
het Van Doesburg-huis

November

Ik blader in een oud aantekenboekje uit Praag, waar het nog steeds november 1976 is. En herlees Kafka's dagboek: 'Het is november. Het lijkt hem dat wel iedere maand een bijzondere betekenis heeft maar november nog een bijzonder toevoegsel van bijzonderheid. Voorlopig is daarvan weliswaar niets te zien er valt alleen maar een met sneeuw vermengde regen. Maar dat is misschien slechts de uiterlijke aanblik die altijd bedriegt want daar de mensen zich als geheel onmiddellijk aan alles aanpassen en men toch in de eerste plaats naar het uiterlijk der mensen oordeelt, zou men eigenlijk nooit een verandering van 's werelds loop kunnen waarnemen...'

In Praag wordt het eind november 1976 al kort na vieren donker. Lantaarns vormen bij afwezigheid van neonreclame de enige oriëntatiepunten in de naar kleffe, rook geurende duisternis van de oude stad. Je loopt van lantaarn naar lantaarn. Cafés in dit Praag zie je niet, er zijn geen verlichte uithangborden, je hoort ze. Gisteren, 2 november doopte De Bezige Bij nieuwe bundels van twee sinds jaar en dag bevriende dichters Anneke Brassinga (1948) en Louis Lehmann (1920). Twee novemberse bundels: 'Ijsgang' en 'Wat boven kwam'. Lehmann wordt pijnlijk precies in vierregelige gedichtjes als:WAAR VERHAAL De toekomst is dit:dat vlees en botten't bewustzijn afdanken en dan gaan rotten.of:DOODAls ik voor het laatstin slaap zal vallen,hoop ik dat ik netzal denken aan iets anders.Anneke Brassinga ziet een winter komen in de straat waar zij woont, in het koude beton van het Theo van Doesburg-huis in Meudon:Rue Infroit:Winters waar het zoeken is-ik room wat af,een zure plicht: 'melk de dag!'Er is gegeven kiltedat men niet in de bek bijtnoch zoent de tong.Geen rijdier is zich komen buigengeen recht van klauwengang is neergelegd.Maandag as. is ze na 21.00 te horen in De Avonden. In de kou.

Anneke Brassinga
Beluister fragment
pasfoto (1915), 32 jaar oud
de huisjes in Jungborn
handbal in Jungborn (1912)
Hakoah-Wien kampioen (1925).

Heeft Kafka gevoetbald?

Het lijkt een absurde vraag maar dat is het zeker niet. Ten eerste was Franz Kafka (1883-1923) een modern man. Hij heeft bijvoorbeeld een van de eerste beschrijvingen van vliegtuigen op z'n naam (Aeropläne in Brescia, september 1909) en zelfs de allereerste zeer uitvoerige beschrijving van een auto-ongeluk (in het Bois de Boulogne in Parijs, maandag 11 september 1911).En bovendien deed hij aan sport, hij was een getraind roeier en zwemmer

Kafka en voetbal? Op de site van de universiteit van Innsbruck staan al z'n teksten. En zie:Reisdagboek Jungborn: '8 Juli (1912) Mijn huisje heet "Ruth". Praktisch ingericht. 4 luiken, 4 ramen, 1 deur. Tamelijk stil. Alleen in de verte wordt gevoetbald, de vogels zingen luid, een paar naakte mensen liggen stil voor mijn deur. Iedereen, behalve ik zonder zwembroek. Mooie vrijheid. In het park, de bibliotheek enz. krijgt men aardige vette voetjes te zien." In juli 1912 was Kafka met vakantie in een 'Inrichting voor natuurgeneeskunde' in Jungborn in de Harz, waar een mengsel van gymnastiek, naaktlopen en rauwkost bedre­ven werd. Kafka probeerde serieus mee te doen, met een mengsel van respect en ironie. Maar hield toch - als enige - z'n zwembroek aan.Grappig, er waren daar ook meisjes en hij vond (heel erg 1900) die voetjes leuk. Kafka deed niet alleen zelf aan sport, hij was ook, als veel joodse intellectuelen in Praag een fan van de joodse club Hakoah Wenen. Als Hakoah verloor, zo blijkt uit brieven, had hij de pest in. Hakoah werd in het seizoen 1924-1925 voetbalkampioen van Oostenrijk.Of Kafka ooit zelf tegen een bal getrapt heeft? Waarom niet eigenlijk?

Tags: 
met excuses van La Poste
verkreukelde CranachMelancolie (1532)

Briefspoken

 In februari jl. kreeg ik met dubbele vertraging een ansicht van Anneke Brassinga in Meudon, die in het beton van het Theo van Doesburghuis kou leed bij Parijs. Het schrijven van de ansicht was door omstandigheden vertraagd, schreef A.. Hij werd ook nog eens vertraagd bezorgd.

 Ik ontving een bij de post verkreukelde reproductie van Lucas Cranach de Oude's 'Melancolie' (1532), die in Colmar in het Unterdenlinden museum thuishoort.Terzijde: toen ik daar in april ging kijken was Cranach niet thuis, uitgeleend aan Berlijn, aan een tentoonstelling over 'Melancholie, Genie & Wahnsinn'.Ik zocht het op. Cranach maakte drie versies van die Melancholie en ze zijn mooi maar onbegrijpelijk. Hoofdzaak is een meisje in een rode jurk dat een punt aan een stok snijdt en de toeschouwer aandachtig aanziet. Om haar heen is het een warboel van symbolen. In de commentaren gaat ook alles overhoop, van de alchemisten tot Luther en Melanchton.

 Ik schreef Anneke op 2 maart: 'Je Colmarse Cranach kwam mooi gekreukeld binnen, echte zwerfpost, waar die allemaal geweest is, je moet maar raden, met haar Orchidée papillon-zegel. De broedende stoksnijdster is zo'n mooie veelheid. Meer in waiting kun je niet zijn. Lieve muiltjes, raadselbal en woeste wolk.' Op 16 maart kwam er brief met toebehoren in een pakje. 'Ook jouw brief maakte een wonderlijke omzwerving en werd onderweg zodanig geschonden (zie bijgaande verpakking) dat het papier een opmerkelijk vlindersilhouet gekregen had en ik veel woorden die waren weggevlogen moest raden.'

 De envelop stuurde ze me terug, in een speciaal excuserend omhulsel van La Poste. Er was een hoek afgeknipt (?) waardoor kennelijk van de inzittende brief (die in vieren gevouwen was) de 4 hoeken verdwenen waren. Waar gaat dit over? Nu weet ik het. Hier zijn de briefspoken van Franz Kafka (uit Briefe an Milena) aan het werk:

 'Es ist ja ein Verkehr mit Gespenstern und zwar nicht mit dem Gespenst des Adressaten, sondern auch mit dem eigenen Gespenst, das sich einem unter der Hand in dem Brief, den man schreibt, entwickelt oder gar in einer Folge von Briefen, wo ein Brief den andern erhärtet und sich auf ihn als Zeugen berufen kann. Wie kam man nur auf den Gedanken, dass Menschen durch Briefe miteinander verkehren können!'

Pagina's