D.Hooijers familie

 Tante Karin was mijn liefste tante, misschien juist omdat ze geen 'echte' tante' was. Ze leerde me tekenen, maar vooral praten 'over alles', hoewel ik pas veertien was.

 Familiebanden kunnen knellen, daarom kennen verhalen tussenvormen van aan elkaar verknocht zijn, veel, zoniet alles met elkaar delen, maar toch niet bloedverwant zijn. Hoe de neefjes, oom Donald, oma Duck en oom Dagobert samenhangen blijft eeuwig onduidelijk.  

 Familie zonder verplichtingen, dat lucht op. D. (Kitty) Hooijer (1939-2013) blinkt er in uit. In al haar boeken komen talrijke personages voor wier levens innig 'familiaal' vervlochten zijn.

 Als je met haar praatte was je voor je het wist 'familie' en vertelde honderduit over je intiemste zaken. We hadden het ook over onze ziekenhuiservaringen. Zo was ik een tante Kitty rijk, die geen echte tante was. Haar laatste roman Berichten van een zakenman lees ik zodoende als een familiekroniek. Willem is ziek en drinkt. Hij zal sterven, denkt hij. Peter begeleidt hem naar het ziekenhuis. Daar zit een neuroloog die hem een vragenlijst geeft.

 'De vragen kosten hem moeite, hij zweet, hij stuurt me uit op alcohol maar in de ziekenhuiswinkel is veel te koop maar dat niet.    

 'Hoe bent u gevaren met onze vragen?' vraagt de dokter na drie kwartier. 'Bent u het eens met mijn voorstel voor de medicatie?'

 'Mijn verstand is weg en ik mis het opeens.'

Tags: 

D.Hooijers laatste

 Berichten van een zakenman is een ideale titel voor een roman over alles behalve dat. Kitty Hooijers laatste lijkt haar beste. Vier homoseksuele mannen en hun onderling getrut en perikelen.

 De schrijfster (1939-2013) kan in hun huizen, tuinen en keukens haar ongehoorde mensenkennis kwijt. Expert als ze was in spreektaal, zinnen en woorden uit alle denkbare levenssferen. 

 Leven moet wel spannend blijven. En daarvoor vindt hoofdfiguur Peter het juiste boek: 'De betere sadist' van Beryl Stone. Ondertitel 'De rol van het sadisme in onze verlammende maatschappij'.

 Een grote kaars op de tuintafel en lezen maar.

 'Ik moet voortmaken want morgenvroeg komt de schoorsteenveger, overmorgen de elektricien, ook weer vroeg. Daarom moet ik deze week op tijd naar bed. Dit boekje lijkt me nuttig. Een sadist is voor de directe aanpak, zoveel is me duidelijk. Ik kan een betere sadist worden. Daarvoor is een uitgekristalliseerde overtuiging nodig. "Waarom sadist en waarom dan zo zelden kwaliteit," staat boven het voorwoord. Ik denk dat mijn karakter heel goed te veranderen is. Ik zal pittig worden en vals, ludiek vals, een zachte valsheid die onmiddellijk stopt als het gezicht van de ander betrekt. Ik zal op tijd een gouden hart hebben, waar haal ik een gouden hart vandaan? Dat ontstaat zeker na valsheid.'

 Ik lees gespannen door, net als Peter. En houd u op de hoogte.

Tags: 

Kreek Daey Ouwens

 Kreek Daey Ouwens bezit het geheim van de nabijheid. Je wordt er bang van. Nabij als wat. Haar nieuwe bundel 'Blauwe hemel' begint met de regel 'Men leeft altijd met de zelfde mensen. Dicht bij elkaar.'

 Of die mensen leven of dood zijn weet je niet, ze zijn er. Zoals Larissa, tot wie ze zich steeds richt en meneer en mevrouw Danie die bij haar in huis verkeren, heel de bundel door. Veel komt terug: citroen, poes, bordeel, anemonen, gordijnen. Ik was daar eens. Bij haar thuis in de kamer, met zicht op de kleine winterse tuin en een kop soep in m’n hand. De buurt zag ik, het kanaal, de rest van een fabriek, de verdwaalde straat, het was zoeken voor ik haar gevonden had. En nu lees ik:

 

'Mijn naam is Danie.

Ik woon mijn leven lang in hetzelfde huis.

Ik ben moe en trillerig en bekaf.

 

Mevrouw Danie ademt als een vogeltje.

Ik koop citroenen, die zwaar zijn als ijzer.

Ik heb een droom.

Ik droom dat ik met een jonge vrouw ben.

Ik ben bang voor jonge vrouwen. Ik zal niet met ze zijn.

Ik houd van vrouwen, die ouder worden.

Ik houd van hun blik. De manier waarop ze gaan zitten.

We dansen over een vloer, die dof is als hun huid.

We fluisteren: 'Lieveling.'

 

Er kan net zo goed een hemel boven mijn hoofd zijn

in plaats van een plafond.'

Kitty Hooijer (1939-2013)

 Ik schrijf dit vlug, voor het verdriet me achterhaalt. Kitty Hooijer is gestorven. Over de hei liepen we, meer dan eens. Zij altijd  met de blik naar de grond, want je wist nooit. De Hilversumse hei die ze zo goed kende van de archeologenclub. Zo'n blik die nooit een scherf vuurs­teen uitsluit.

 En daar en daar en daar, zie je wel, grafheuvels. Het deerde haar niet hoewel ze toen al ziek was.

 Onvergetelijk en met dat van niemand te vergelijken was haar optre­den in 2008 bij het winnen van de Librisprijs. Ze was Kitty, ten voeten uit. Op de radio hoorde ik haar nog uitleg­gen hoe en waar Hugo haar zou komen ophalen, want die was niet mee, ze deden sommige dingen afzonderlijk, legde ze uit.

 We hebben in 2009 nog op de radio twee uur over de hei gelopen. Waar we prompt verdwaalden. Verdwalen met Kitty Hooijer, wat kan je beter overkomen.

 Een gedichtje, die schreef ze ook:

 

Vogels maken reiskoorts met

veren en wind om je te melden dat

ze niet op je letten omdat ze gaan

 

ze dragen het maanlicht de nacht in

naar zee naar de stuurlui

die kalm zijn omdat ze al reizen

of ze nu keren of gaan.

 

Tags: 

Extaze

 Er bestaan veel soorten stilte. In het nieuwe nummer van ons jongste literaire tijdschrift schetst bedenker Cor Gout een 'Stiltecoupé'. Tegenover hem zit een Surinaams meisje te bellen: 

 '...hoewel het gesprek, zoals dat heet, 'nergens over gaat', zou ik het van a tot z kunnen navertellen. 

 Nadat het gesprek is beëindigd en het meisje op de afsluit­toets heeft gedrukt, houdt ze het telefoontje enige tijd in beide handen recht voor zich uit, als verwacht ze een volgend gesprek of denkt ze na wie ze nu eens kan bellen. Het apparaatje in haar handen is een ding in handen van een kind: iets onmiddellijks en tevens een gelijkenis: een ruimte met familieleden, vrienden, kennissen, relaties en dienstverleners. Met een mobieltje in handen bestaan de treincoupé en zijn geboden niet.

 Vooralsnog zwijgt het telefoontje en zo te zien weet het meisje niet wie ze zal bellen. Ze legt het ding op haar schoot en kijkt wat verveeld voor zich uit. De stilte die zich van de coupé meester maakt is vervullend. Alsof hij is volgestopt met dons...'

 Cor roept in een paar regels een tijd- en plaatsloze stilte op, zoals dat alleen in literatuur kan. Opeens ben je nergens meer.

 ps. Op 31 januari (Gedichtendag) is de doop tijdens een Extaze-feest in het Haagse Pulchri Studio, met oa. optredens van Wim Brands, D.Hooijer, Tuncay Cinibulak, Harrie Geelen, Babette Wagenvoort en Olphaert den Otter met film, tekeningen, muziek, poëzie.

Zonsopkomst

 Kitty Hooijer stuurt deze uitnodiging door.

 'Dit soort schilderijen liggen me, al is het uit een voorbije periode. Jaap Hoffmann is heel stil. Hij zegt dat hij zelden wat denkt.'

 Hoffmanns uitnodiging:  

'Op Hemelvaartsdag, inmiddels vele jaren geleden, zou ik met een aantal leeftijdgenoten ‑ traditioneel ‑ gaan dauwtrappen. Of ik te vroeg of te laat op de afgesproken locatie, het spoorviaduct in Bussum, aanwezig was weet ik niet meer, wel dat ik alleen te dauwtrappen ben gegaan over de heide tussen Bussum en Hilversum. Daar op de heide zag ik een schitterende zonsopkomst.

 Decennia later heb ik die ervaring vormgegeven in schetsen en twee schilderijen, waarvan het grootste doek te zien zal zijn op de open dagen van de n.e. studio's. Jeanne Rombouts gaat diverse kunstobjecten 'bezingen'', waaronder mijn schilderij, zeer benieuwd of dat lukt.’

 Zondagmiddag dus, om 15.00 uur, op het Noo­rdereiland, Prins Hendrikstraat 5, Rotterdam.

Tags: 

Nieuwe Extaze

 Er is een nieuwe editie van het 'Haagse' tijdschrift, met oa. een mooi stuk over de Indische schrijfster Aya Zikken en haar familie. Ook twee 'pantoums' - een dichtvorm waarin de her­haling geniepig doortelt - van D. Hooijer.

De tweede:

 Het begint mij vervloekt, te dagen mevrouw

dat u die schoonheid in fluweel bent die steevast

te laat, de zaal verstoort met haar pardon, pardon

niemand luistert als ik in uw kleine stad voorlees.

 

Dat u die schoonheid in fluweel bent die steevast

op mijn subtiel metrum met het hoofd knikt zodat

niemand luistert als ik in uw kleine stad voorlees,

door uw wiebelhoofd als van een plastic ezeltje.

 

op mijn subtiel metrum met het hoofd knikt net

te laat, de zaal verstoort zonder pardon, pardon

door uw wiebelhoofd als van een plastic ezeltje.

Het begint mij vervloekt te dagen mevrouw.

Tags: 

Thuisjager

In het nieuwe nummer van het tijdschrift Extaze staat een gedich­t van D.Hooijer. De twee eerste delen van Thuisjager.

 I

Vogels maken reiskoorts met

veren en wind om je te melden dat

ze niet op je letten omdat ze gaan

 

ze dragen het maanlicht de nacht in

naar zee naar de stuurlui

die kalm zijn omdat ze al reizen

of ze nu keren of gaan.

 

 II

 Ik thuisjager ben als de spreeuw

die denkt dat hij jaagt als hij bedelt

of als de overwinterende muggen

met hun dansen perfect en

in de rug, de heg hun luw huis.

 

Er is een stem komen wonen

die de avond verkiest en eentonig is

dat is de buurman dus dieper de tuin in

anderen kuchen daar achter de heg.

Tags: 
bij Hooijer thuis..

D.Hooijer (4)

Buiten de Randstad moet je zijn, op de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. Achter de bomen.

Een landgoed waarvan de laatste adellijke bewoners vertrokken zijn. Waarna de hulpverlening erin trok. Artsen, psychiaters, cliënten, die later 'gasten' heetten en nog later 'internen'. Het begon met creatieve therapie, maar kunst en geestesziekte gingen een innige omstrengeling aan.
Zo wordt het beschreven in De wanden van Oeverhorst, de nieuwe roman van D.Hooijer. 
In het naburige dorp spreekt men traditioneel van 't Huis.
Dat huis wordt een tehuis.
'Krankzinnigheid is in laatste tachtig jaar veel lichter geworden,' zegt Hooijer. 'Dat komt ook door de medicijnen, vroeger werd je er gillend gek heen gebracht en kwam je er nooit meer uit.'
Ze beschrijft een merkwaardige symbiose van in de war geraakte kunstenaars en intellectuelen die in hun leven toch ook zelf één keer iets moois willen maken. De mentaliteit: wat moeilijk is, is goed.
Vrijdagavond na 22.00 in de Avonden een gesprek
 

Tags: 
in haar tuin..

Mevrouw Blakers

Zondag naar Kitty Hooijer om te praten over haar nieuwe roman De wanden van Oeverhorst, die volgende week verschijnt. Waarin heldin Antoinette therapeutische tekenles geeft aan een instelling waar probleemgevallen worden opgevangen. Hooijer-personages: hier alvast mevrouw Blakers.

'Het gaat me om mevrouw Blakers die ons probeerde te belazeren, mij en de anderen, en die daarin geslaagd is. Ze was goed gekleed zonder aanstellerij. Haar manier van zitten gaf de doorslag, de armen voor zich op tafel en de handen losjes ineen. Mevrouw Blakers maakte van die eenvoudige, fleurige tekeningen. Maar toen er op een vergadering besloten werd dat ze naar huis kon, protesteerde ik omdat ik haar werk verontrustend vond. Iets kan ook té fris zijn. We worden op het verkeerde been gezet, geen enkel hoofd is zo leeg en vrolijk tegelijk. Fris, maar dat mocht toch, vond de vergadering als één man. Netjes en op orde als mevrouw Blakers zelf. Het zou haar goed doen om thuis te zijn.’
Antoinette had scherp gezien: ‘Diezelfde dag hoorde ik het nieuws van mevrouw Blakers. Dat ze dood was en haar kind ook. Ze was van achthoog gesprongen. Nu wist ik pas dat ik niet alleen haar tekeningen maar die bloesjes en oorbellen had moeten beschrijven. De oorbellen en de bloesjes waren net zo schril fris als de bloemen.'
 

Tags: 

Pagina's