Securit

 In koorts zwenkt mijn kop langs afgronden en catastrofen tot hij verlost wordt door de dageraad. In de ontwaakslaap vindt hij soms houvast. Vanmorgen bij Bianca Cas­tafiore.

 Wie vliegangst heeft raad ik Kuifje aan. Verzink erin. Maar welke dagrest bracht me bij de Milanese nachtegaal? Ja, ik las in Kunstschrift over de tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oosterse kunst waar onze Gouden-eeuwers mee pronkten. Porselein, gal­joenen vol, uit China en Japan. En dacht 'het kon allemaal kapot'.

 De koortssprong volgde: Bianca Castafiore kon elk kristallen voorwerp of wijnglas kapot zingen met haar hoge noten.

 Weer reed ik over C- en V-wegen lukraak door Noord-Frankrijk en keek van een heuveltop plotseling uit over een dorp dat voornamelijk uit een enorme glasfabriek bestond. Plaatsnaam: Saint-Gobain. Ten Westen van Laon. Het duurde even voor ik begreep dat de Nationale Franse glasin­dustrie aan mijn voeten lag. Een uitzicht dat Hergé had kunnen tekenen.

 Ik stond op en begon - nog maar half wakker - sporen te volgen. Het eerste was Bianca Castafiore. Maar waar moest ik zoeken? Tenslotte vond ik haar in het boek waarin Hergé Castafiore introduceert. Ze zit in een auto naast Kuifje en Bobbie. Ze zijn op weg naar Syldavie. En hij kent haar zangkunst nog niet.

 Deze scene bleek het, in De Skepter van Ottokar (1939). Nu wist ik ook weer het merkje op de ruit: Securit. Het blijkt nog steeds een product van Saint-Gobain. Extra sterk veiligheidsglas. Ooit staatseigendom, zoals de putdeksels van heel Frankrijk gemaakt worden in Pont-a-Mousson (bij Metz), wat er altijd op staat.

 Zover deze omzwerving. Kop noch staart. Maar de koorts zakt.

Tags: