Ondine en duParc

 De Kapellekensbaan tussen Erembodegem, waar Louis Paul Boon in 1979 stierf en Aalst, waar hij in 1912 geboren werd, heette niet altijd zo. Hij werd hernoemd naar het boek van Boon (1953).

 Het boek over Ondine, die verliefd werd op meneer Achille Derenancourt, direc­teur van de garenfabriek, de fabrique de filature. Ik las het jaren terug en reed langs de kapel en de muur, waarachter de fabrieken lagen en die Boon op de naam Ter-Muren bra­chten. En langs de bouwval van de kousenfabriek 'duParc' van de familie Bosteels. De grootse werkgever voor meisjes en vrouwen in de buurt. Het kon niet anders of dit was het decor waar Boon meneer Achille en Ondine dacht. De mooie Ondine, dochter van cafébaas Vapeur, die zweeft tussen armen en rijken. Ook de duivelskamer der Heren rees op.

' De wereld was een huis, dacht ondine... en in de beste-kamer woonden de heren, en in het achtergebouwtje naast de vuilbak woonde het volk van termuren... of neen, ter-muren zelf was de vuilbak, en haar plaats was daar niet: zij kon zich best in het salon naast meneer achilles zetten - of dan desnoods naast meneer ludovic, want het zag er naar uit of hij bleef recht op haar hebben (...)'

 In 1949, leer ik, werden Cotton‑machines gekocht voor de nieuwe nylongarens. Op deze Cotton‑machines werden nylonkousen met naad vervaardigd van steeds fijner wordend 'denier', de graad van fijnheid van garen of vezels.

 Bonnetterie Bosteels-De Smeth, in breigoed, ooit begonnen met gebreide handschoenen, is niet verdwenen, de modieuze nylons en panty’s worden nu in Roemenië gemaakt. In de jaren '60 werkten er nog ruim 600 mensen en was 'duParc' marktleider in België. 

Tags: