Haperende Mens

 Vanmiddag in het Amsterdamse Arti et Amicitiae beland in wat nog het meest leek op een cakewalk of het spookhuis op een oude kermis.

 Een bon annonceur - 'boniseur' - als de vader van Cherry Duyns had er nog bij gekund. Bijvoorbeeld bij de metershoge wand van levend gras van Danny Devos (2014), de seks met kantelende fauteuils in de fotowand van Paul Kooiker (Heaven, 2012), de duisterheden van Raquel Maulwurf en vooral wat zich daarna in het donker afspe­elt. De filmloop van Dan Walwin (Shallows, 2012), vol vondsten in rotzooi. De esthetiek van rotzooi, denk je, dat weet ik onderhand. Maar nee. Het zijn toevallig ogende stapelingen van modern materiaal, onder druppend water. En heel achteloos liggen daar mensen tussen die je maar gedeeltelijk en bij vlagen ziet. Op zo'n manier dat mens en materie gelijksoortig worden.

 Sorry, maar de associatie met de overblijfselen van de rampvlucht MH17 kwam vanzelf. De kunst van het lukrake. Want Walwin heeft zorgvuldig geschikt, gepast, gemeten met zijn rubber gaatjesmatten, zinken rasters om je voeten aan te schrapen, stukken plastic, kapotte onderdelen, vuilzakken.

 Je zou er in een karretje op rails doorheen gevoerd moeten worden, met af en toe slierten tegen je gezicht. Om te eindigen in de film ‘Tornado’ van Francis Alÿs, die over een eindeloos stoppelveld in de ‘dustbowl’ een wervelstorm inloopt en verdwijnt.

 De rondgang begint, bij Zeger Reyers in 'Leisure/On the beach', een luxe schommelbank met een bladerpatroon, die bij nader kijken overgroeid blijkt te worden door oranje oesterzwammen, levende paddenstoelen. Waar bij wordt verteld dat aan het eind van de Haperende Mens, op 5 oktober, heel de bank ermee overdekt zal zijn.

 Met mij, in slaap gevallen met mijn boek eronder, natuurlijk.