Erri de Luca

 'Zo laten de bladeren, de haren, de bladzijden, de druppels los.' Schrijft Erri de Luca over weggaan uit zijn geboortestad. Weg uit Napels.

 Hij ging van huis weg op zijn achttiende, per trein. Lees in Tijdschrift Terras zijn 'Napolide'. Een smar­telijk afscheid: 'Ik nam plaats bij het raam en bleef on­beweeglijk kijken naar de processie van mijn afscheid die buiten voorbijtrok. Terwijl ik de stad losliet, kwam ze onder mijn huid terecht, als een vishaak die via een wond binnendringt en door het lichaam reist, om er niet meer uit te kunnen.'

 Ik kan niet lezen zonder me te vergelijken met, te meten aan het beschrevene. Al lezend neem ik dus op mijn beurt afscheid van Den Haag. En door De Luca te lezen word ik de vis die een haak heeft ingeslikt.

 Maar onze wegen scheiden zich. Net als onze metaforen. Ik hield Den Haag altijd onder de leden als een ziekte. Heb er dertig jaar niet durven terugkomen, bang dat om de eerste straathoek een bekend gezicht zou verschijnen, ouder, maar onmiskenbaar. Bang dat ik onder de portiekwoningen weer zou veranderen in wie ik was. Niets om naar terug te gaan.

 Na de huisachterkanten van de Haarlemmerhouttuinen kwam ik tot stilstand onder de stationskap waarop stond Blom en van der Aa. Daarna volgde ik grachten tot ik leerde dat grachten niet de vlugste weg zijn. Piet Koopt Hoge Schoenen hielp me verder. Ik logeer nu een mensenleven in Amsterdam maar thuis heb ik me er nooit gevoeld. Het belangrijkste van mijn Amsterdam is dat het niet Den Haag is.

 En de Luca schrijft - in de vertaling van Annemart Pilon: 'Nooit meer kon ik elders aarden. Wie Napels loslaat laat namelijk alles los: hij heeft zelfs geen spuug meer om zich aan iets of iemand te hechten. het knippen van mijn treinkaartje was als de hevige klap van een deur die achter je wordt dichtgesmeten. Er zat een gat in mij, niet in mijn kaartje.'  

 ps. 'Slachtoffer van een gelukkige jeugd', is een wellicht toepasselijke zin van Willem Brakman.

Tags: